Mag ik mijn huurwoning zelf veranderen?
|
Vind alle kinderopvanginstanties in de buurt...
Geluk: Iedereen wil het graag hebben...
Een Huis of Bedrijfsruimte huren >>
|
De huurder is bevoegd met schrifttelijke toestemming van de verhuurder veranderingen aan te brengen in de woonruimte. De verhuurder moet deze toestemming verlenen, als de voorgenomen veranderingen in het gehuurde niet schaden of niet leiden tot waardevermindering art. 7: 215 Burgerlijk Wetboek. Wil de verhuurder deze toestemming niet verlenen, dan kan de huurder dit van de kantonrechter vorderen.
De rechter machtigd in dat geval de huurder tot het aanbrengen van de veranderingen. Deze vordering wordt alleen toegewezen als de veranderingen noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik of als de veranderingen het huurgenot voor de huurder verhoogt. De kantonrechter wijst deze vordering af als er zwaarwichtige bezwaren van de kant van de verhuurder zijn.
Als de verhuurder veranderingen aanbrengt
De verhuuder kan naar aanleiding van aangebrachte veranderingen en toevoegingen een verhoging van de huurprijs vorderen. Het woongenot wort immers verhoogd. Van deze regeling mag niet ten nadele van de huurder worden afgeweken.
Het huurhuis in oorspronkelijke staat achterlaten?
De huurder moet zijn eigen aangebrachte veranderingen en toevoegingen in het woonhuis ontruimen of ongedaan maken. Het moet er zo uit komen te zien dat bij het einde van de huur, de woonruimte rederlijkerwijs in overeenstemming is met het oorspronkelijke art. 7:216 Burgerlijk Wetboek. Hierbij wordt rekening gehouden met de veranderingen van gewoonten en opvattingen in de loop der tijd. Als bijvoorbeeld jaren geleden een oude kolenkachel vervangen is door een centrale verwarming, mag deze laatste niet verwijderd worden.
Neem alles mee!!!
Soms kunnen de veranderingen en toevoegingen in de huurwoning niet ongedaan worden gemaakt, omdat het te veel beschadiging met zich meebrengt. Als de huurder deze niet vergoed kan krijgen door een nieuwe huurder, dan wordt de verhuurder verrijkt ten koste van de huurder. Dat is bijvoorbeeld het geval als de huurder een nieuwe douche of badkamer heeft laten aanbrengen en deze laat zitten bij het verhuizen.
Levert de nieuwe douche of badkamer redelijkerwijs voordeel op voor de verhuurder en hij hier profijt van heeft, dan is er sprake van ongerechtvaardigde verrijking. Verrijkingen zijn; een hogere huur van de volgende huurder vragen. Als er sprake is van een ongerechtvaardigde verrijking, kan de huurder aanspraak maken op een vergoeding. De huurder kan dit niet overdragen aan de nieuwe huurder.
Omdat art. 7:216 BW van aanvullend recht is, is het mogelijk dit soort dingen te bepalen in de huurovereenkomst. Een bepaling kan zijn dat de huurder niet bevoegd zal zijn de veranderingen ongedaan te maken of dat hij daartoe juist verplicht zal zijn.
WoningHuur-Bedrijfsruimte.nl - Specialisten in Huurrecht.
|