Bedrijfsruimte Advies

 

Woninghuur-Bedrijfsruimte.nl

Informatie over huurrecht en onroerend goed voor ondernemers en particulieren

Huurrecht

Bestel boeken over huurrecht op onze pagina :

Huurrecht boeken >

  U bent hier > Home > Wetsartikelen > Artikelen 7:301 - 7:306  

 



Wetsartikelen Huurrecht

Wij hebben de gerelateerde wetsartikelen hier geplaatst. Deze wetsartikelen zijn overgenomen van het Nederlands Burgelijk Wetboek.

Huurrecht Artikelen 7:301 - 7:306

Art. 7:301 - 1. De artikelen 291 tot en met 300 zijn niet van toepassing op een overeenkomst van twee jaar of korter.

- 2. Indien het gebruik, aangevangen krachtens een overeenkomst als bedoeld in lid 1, langer dan twee jaar heeft geduurd, geldt van rechtswege een overeenkomst op de tussen partijen overeengekomen voorwaarden, doch vijf jaar, waarop de reeds verstreken twee jaar in mindering komen. De artikelen van 291 tot en met 300 zijn op deze overeenkomst van toepassing.

- 3. Het in lid 2 bedoelde rechtsgevolg treedt niet in, indien partijen voor het verstrijken van de termijn van twee jaar een andere overeenkomst sluiten die onder artikel 292 lid 1 valt, dan wel een daarvan afwijkende overeenkomst, mits de in artikel 291 bedoelde goedkeuring is verzocht voor het verstrijken van de termijn van twee jaar.

- 4. Indien voor het verstrijken van deze termijn op de voet van artikel 291 goedkeuring van afwijkende bedingen is verzocht en de rechter dit verzoek afwijst, kan hij op verzoek van de verhuurder tevens bepalen dat de overeenkomst wordt beeindigd en het tijdstip van de ontruiming vaststellen. Deze vaststelling geldt als een veroordeling to ontruiming tegen dat tijsdstip.

 

Art. 7:303 - 1. Zowel de huurder als de verhuurder kunnen vorderen dat de rechter de huurprijs, zo deze niet overeenstemt met die van vergelijkbare bedrijsruimte ter plaatse, nader zal vastellen: a. indien de overeenkomst voor bepaalde tijd geldt, na afloop van de overeengekomen duur; b. in alle andere gevallen, telkens wanneer tenminste vijf jaar zijn verstreken sinds de dag waarop de laatste door parijen vastgestelde huurprijs is ingegaan of waarop de laatste door de rechter vastgestelde huurprijs is gevorderd.

- 2. Bij de nadere vaststelling van de huurprijs let de rechter op het gemiddelde van de huurprijzen van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse, die zich hebben voorgedaan in een tijdvak van vijf jaren voorafgaande aan de dag van het instellen van de vordering. Iedere aldus in de vergelijking te betrekken huurprijs wordt herleid volgens de algemene ontwikkeling van het prijspeil sinds de dag waarop die huurprijs gold tot aan die van het instellen van de vordering. Zo het niet mogelijk is de rechter de voor de toepassing van deze maatsaf benodigde gegevens te verschaffen, maakt de rechter een schatting aan de hand van de wel te zijner beschikking staande gegevens, waarbij hij die maatstaf zoeveel mogelijk als richtsnoer bezigt.

- 3. De rechter wijst een vordering tot verhoging van de huurprijs af, voor zover deze is gegrond op verbeteringen van het gehuurde, die op kosten van de huurder zijn aangebracht.

- 4. Indien de rechter de huurprijs nader vaststelt, geldt deze met ingang van de dag waarop deze is gevorderd, tenzij hij op vordering van een der partijen op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval een andere ingangsdatum vaststelt. Hij kan daarbij tevens bepalen dat de huurprijs gedurende een door hem vast te stellen termijn van ten hoogste vijf jaren geleidelijk zal worden aangepast.

 

Art. 7:306 - 1. Een onderhuurovereenkomst van bedrijfsruimte eindigt op het door de rechter op vordering van de hoofdverhuurder overeenkomstig artikel 296 lid 5 vastgestelde tijdstip van ontruiming.

- 2. Indien de hoofdhuurder de onderhuurder niet of niet juist heeft voorgelicht omtrent de termijn waarvoor de hoofdhuur geldt of is aangegaan, of hij bij de beëindiging van de hoofdhuur en de bepaling van het tijdstip van ontruiming onvoldoende voor de belangen van de onderhuurder heeft gewaakt, is hij verplicht de schade die de onderhuurder daardoor lijdt, te vergoeden.

- 3. De hoofdhuurder tegen wie door de hoofdverhuurder een vordering wordt ingesteld, die mede de belangen van de onderhuurder raakt, is bevoegd om deze in het geding te roepen.

 

Overeenkomst van 2 jaar of korter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wijziging Huurprijs

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beëindiging onderhuur

 

Op zoek naar huurrecht informatie? Of toe aan nieuw literatuur in uw vakgebied?
Huurgeschil Ontleed

Auteur: Mr. G.M. Kerpestein. Het boek 'Huurrecht bedrijfsruimte' behandelt het huurrecht en de algemene bepalingen duidelijk en uitvoerig.

Bij Juridischboek.nl € 58,95
Bestel dit boek >
 

 

 

     
Niet gevonden waar u naar op zoek was zoek het Hier >
Google