Een hypotheekrecht geeft financiële instellingen het recht om op registergoederen (ingeschreven goederen) een vordering tot voldoening te verhalen.
Anders gezegd is het hypotheekrecht een zekerheid voor de financiële instelling om eventuele toekomstige schulden te verkrijgen. Zij hebben het hypotheekrecht om voorrang te krijgen bij een schuldvordering Art. 3:227 lid 1 BW.
Zij hebben het recht om uw onroerend goed weer te verkopen Art. 3:227 lid 2 BW.Een financiële instelling wordt bij een faillissement separatist. Dit houdt in dat bijvoorbeeld uw bank zonder haar vorderingen te laten verifieren de goederen kan verkopen Art. 57 FW.
Voor het plaatsen van hypotheekrecht geldt dat er aan vereisten moet zijn voldaan. Bijvoorbeeld; het plaatsen van hypotheekrecht moet voldoen aan de overdracht beginselen Art. 3:98 BW. Dit houdt in dat er een geldige titel moet zijn, bevoegdheid voor degene die het hypotheekrecht toepast en een vestigingshandeling Art. 3:84.
Voor de vestiging van het hypotheekrecht zijn er een aantal formaliteiten waaraan voldaan moet worden. Het wordt gevestigd door een notariële akte, waar uw financiële instelling verklaart een hypotheek aan u te verstrekken (hypotheekakte). Daarna moet de hypotheekakte ingeschreven worden in de daarvoor bestemde openbare registers.
De hypotheekakte wordt dikwijls direct getekend nadat de leveringsakte van de (ver)koop in orde is. Dit wordt gedaan om de verkoper en misschien andere partijen de zekerheid te geven dat het onroerend goed wordt betaald. |