Wat is erfdienstbaarheid?
Uw Woning verkopen? Vergroot uw verkoopkansen! Makelaarsland: Een NVM makelaar voor € 995,-
Bespaar duizenden euro's aan makelaarskosten.
Makelaarsland.nl ontvangt meer dan 150.000 bezoekers per maand, dus voldoende kopers.
Uw enthousiasme en kennis van uw woning in combinatie
met hun expertise leidt tot het beste resultaat. Geef hier de verkoopopdracht > |
Bij een erfdienstbaarheid zijn er minstens twee partijen nodig. De ene partij heeft het gebruikersrecht en de andere partij heeft de last, aangezien de erfdienstbaarheid op zijn eigendom rust.
Een erfdienstbaarheid rust op een stuk erf, bijvoorbeeld op een oprit of een onroerende zaak. De eigenaar wordt beperkt op zijn eigen stuk grond (dienende erf) of onroerende zaak Art. 5:70 BW.
Hij is vervolgens verplicht de gebruiker zijn gang te laten gaan en is verplicht het stuk waar erfdienstbaarheid op rust, te onderhouden art. 5:71 lid 1 BW.
Kortom, de eigenaar van het dienende erf moet er voor zorgen dat de andere partij (de gebruiker) volledig gebruik kan maken van zijn erfdienstbaarheid.
Erfdienstbaarheid kan op verschillende manieren ontstaan;
- Door vestiging
- Door verjaring art 5:72 BW
Kijk ook voor meer informatie in ons artikel:
Erfdienstbaarheid is een beperkt recht en moet geregeld worden door middel van een notariële akte. Beperkte rechten zijn verbonden aan de rechten Art. 3:8 BW, 3:7 BW en Art. 3:82 BW waarvan zij afhankelijk zijn.
Door deze bepaling kan het recht van erfdienstbaarheid niet losgekoppeld worden van het goed waarop het rust. Erfdienstbaarheden rusten op het goed (bijvoorbeeld een aangelegde weg), daardoor kunnen erfgenamen het recht van gebruik afdwingen.
Erfdienstbaarheid ongedaan maken kan;
- als het recht waar erfdienstbaarheid aan gekoppeld is vervalt in de wet Art. 3:81 lid 2 sub a BW
- als de tijd verstreken is waarin de erfdienstbaarheid bepalend is Art. 3:81 lid 2 sub b BW
- als er door één van de erfdienstbaarheid betrokkenen afstand van wordt gedaan Art. 3:81 lid 2 sub c BW
- als er in de akte is geregeld dat opzegging mag en dat één van de erfdienstbaarheid betrokkene voldoet aan de voorwaarden van opzegging Art. 3:81 lid 2 sub d BW
- als u het perceel van de ander koopt. Hierdoor ontstaat vermenging en vervalt de erfdienstbaarheid Art. 3:81 lid 2 sub e BW
- als de rechter beslist op grond van omstandigheden die niet voorzien konden worden bij het sluiten van de erfdienstbaarheid. De rechter besluit altijd in alle redelijkheid en billijkheid wat het beste is Art. 5:78 sub a BW
- als de rechter vindt dat na 20 jaren de erfdienstbaarheden in strijd zijn met het algemeen belang Art. 5:78 sub b BW
- als de rechter beslist op vordering van het dienende erf, dat de uitoefening van de erfdienstbaarheid onmogelijk is geworden. Ook als het heersende erf geen duidelijk belang meer heeft en niet meer verwacht dat dit belang zal komen Art. 5:79 BW
- als de gemeente op grond van de onteigeningswet het stuk grond vordert.
Erfdienstbaarheden zijn rechten die op een goed rusten. Het recht is gebonden aan het goed, maar de eigenaren zijn niet gebonden aan het goed. Hierdoor kunnen erfdienstbaarheden overgaan op nieuwe eigenaren.
Daarom is het belangrijk bij het kopen van een woning na te gaan of er ook erfdienstbaarheden op rusten. Men kan dit controleren door middel van de openbare registers (kadaster). Immers aan erfdienstbaarheid hangt ook een plicht, zoals het betalen van een jaarlijks bedrag.
Erfdienstbaarheid rust op een onroerende zaak. Wanneer deze onroerende zaak verkocht wordt, dan gaat dit recht mee. Zelfs wanneer dit niet in de akte van transport is vastgelegd Art 5:70 BW (kettingbeding).
Op grond van art 5:73 BW wordt duidelijk op welke wijze de gebruiker gebruik mag maken van de erfdienstbaarheid. Vaak staat dit ook vastgelegd in de akte van vestiging. Mocht dit niet het geval zijn, dan kijkt de rechter naar de plaatselijke gewoonte van het erfdienstbaarheid gebruik. Tevens kan de rechter duidelijk maken aan de gebruiker dat het ‘huidige gebruik' niet toegestaan is als de eigenaar er last van heeft. De gebruiker is verplicht gebruik te maken van de erfdienstbaarheid op een manier die het minst bezwarend is art 5:74 BW.
De eigenaren van het dienende erf zijn verplicht het erf zo te onderhouden/verbouwen, dat het gebruik door de andere partij optimaal is. De eigenaar mag dus de gebruiker niet hinderen op zijn/haar stuk grond waar zijn/haar erfdienstbaarheid op rust. Er mag bijvoorbeeld geen parkeerpaaltje geplaatst worden op de oprit waar de erfdienstbaarheid op rust, zodat dit hinder veroorzaakt voor zijn/haar auto's.
Kijk ook voor meer informatie in ons artikel:
|