U heeft tien jaar gehuurd?
Volgens het Bedrijfsruimte Huurrecht moet bedrijfsruimte aan eisen voldoen voordat het in aanmerking kan komen voor termijnbescherming. We zullen hier de opzegging na tien jaar bespreken.
De huurovereenkomst eindigt na afloop van tien jaar niet vanzelf, maar kan door de huurder als zowel de verhuurder worden opgezegd. Heeft er geen opzegging plaatsgevonden, dan loopt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd door.
Let op! Dit geldt niet als de overeenkomst voor bepaalde tijd (10 jaar)
is aangegaan. Het is dus mogelijk om een huurovereenkomst in termijnen voor telkens vijf jaar aan te gaan.
Zelf Huurrecht leren? Het boek "Huurrecht Bedrijfsruimte" van mr. G.M. Kerpestein is helder en duidelijk. Bestel het boek hier >
Voor de opzegging na tien jaar gelden dezelfde eisen als de opzegging bij een huurovereenkomst van vijf jaar. Deze zijn:
- Een opzegging moet met een aangetekende brief of deurwaarderexploit;
- De opzeggingstermijn voor beide partijen is ten minste 1 jaar.
De nietige gronden bij een beëindiging van een tien jarig huurcontract zijn niet gelimiteerd. Een opzegging door de verhuurder bij een overeenkomst van 10 jaar is nietig als:
- De opzegging niet de juiste opzeggingsgronden bevat;
- De opzegging niet door een wettelijke rechtsopvolger van de verhuurder gedaan wordt en dat dit niet bekend werd gemaakt aan de huurder binnen drie jaren;
- De verhuurder, de huurder niet heeft gevraagd hem binnen zes weken schriftelijk te laten weten of hij al dan niet instemt met de gedane opzegging;
- De opzegging ertoe strekt een verhoging van de huurprijs te bewerkstelligen.
Als de huurder niet toestemt in de beëindiging van de huurovereenkomst, kan de verhuurder zich per verzoekschrift tot de kantonrechter wenden. De huurovereenkomst blijft bestaan totdat hij door de kantorechter is beëindigd. De kantonrechter kan het verzoek van verhuuurder toewijzen of afwijzen.
De recher kan de verhuurder bij een beëindiging van de overeenkomst in het gelijk stellen als:
- De bedrijfsvoering van de huurder niet is geweest zoals een goed huurder is betaamt en contractueel is vastgelegd;
- De verhuurder aannemelijk maakt dat hij de bedrijfsruimte dringend nodig heeft voor eigen gebruik of voor zijn aanverwanten in de eerste graad;
- De verhuurder moet meewerken aan een gemeentelijk bestemmingsplan;
- De huurder niet is ingestemd met zijn redelijk aanbod van een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot dezelfde bedrijfsruimte.
Belangrijk is om te weten dat de Kantonrecher ook rekening houdt met de belangen van verhuurder en huurder. De rechter kan elk verzoek van opzegging toewijzen als er een redelijke afweging is geweest van de belangen. Gelijktijdig wordt dan het tijdstip van ontruiming vastgesteld.
De rechter kan het verzoek van de verhuurder ook afwijzen. Dit kan als er een redelijke afweging is geweest van de belangen bij een verlenging van de overeenkomst.
Bijvoorbeeld in de situatie dat er niet van de huurder kan worden gevergd dat hij de bedrijfsruimte ontruimt. In dit geval bepaalt de rechter het tijdstip tot wanneer de overeenkomst wordt verlengd.
Na afloop van dit termijn kan de verhuurder nog een keer bij de kantonrechter een verzoek indienen voor beeindiging. Dit verzoek kan niet eerder dan zes maanden voor het einde van het termijn van de verlenging worden ingediend.
WoningHuur-Bedrijfsruimte.nl - Specialist in Huurrecht |